Meteen naar de inhoud

Een goede bodem voor onze toekomst

Wat vinden jongeren van het Europese bodembeleid anno 2021? Dat is precies de
vraag waarmee begin 2021 de zoektocht begon. In Nederland vierden we het jubileum
van het Nederlandse bodembeleid en op Europees niveau ontstonden plannen
voor een Europese bodemstrategie. In een enquête spraken jonge bodemprofessionals
zich uit over de te volgen koers.

Ondanks alle beleidsinspanningen van de afgelopen decennia zien we dat de de bodemkwaliteit in Nederland toch achteruitgaat. Ondanks de Wet Bodembescherming met bijbehorende regels en normeringen hebben we te maken met bodemdaling, verzuring, verdichting en afdekking. En laten we maar niet beginnen over bodembiodiversiteit, want daar begrijpen en kennen we de helft toch (nog) niet van. Dat de bodemkwaliteit achteruitgaat is gek, omdat Artikel 1 van de Wet Bodembescherming het belang van de bescherming van de bodem voorop zet. En ook uitzonderlijk, want de bodem is een robuust en veerkrachtig ecosysteem dat wel tegen een slag of stoot kan. Wel waait er sinds kort een nieuwe ‘beleidswind’ door de EU. Nadat in 2014 nog het Europese bodembeleid in de ijskast gezet werd, staat de bodem anno 2021 weer bovenaan de agenda. Het
belang van een gezond bodemecosysteem kreeg een stem binnen de Biodiversiteit Strategy. Als onderdeel hiervan formuleerde de Europese Commissie zes doelstellingen voor een gezonde
bodem. De vragen die daarbij opborrelen zijn: Hoe zit het huidige bodembeleid nou in elkaar? En ook: Is het beleid goed genoeg voor de toekomst? Ik ging, samen met andere jonge professionals, op zoek
naar antwoorden.

“Eén lepel aarde bevat meer leven dan dat er mensenop aarde zijn”

Enquete

Ik stel de vragen over het bodembeleid als jonge bodemprofessional, maar ook als bestuurslid van JongBodem. Als aardwetenschapper geef ik om de kwaliteit van onze leefomgeving en ook van die
onder het maaiveld. Als bestuurslid van JongBodem, zie kader, vind ik het belangrijk om de verbinding tussen werkvelden te leggen én tussen jonge en senior professionals. De komst van
de Europese bodemstrategie leek ons een goed moment om bij jongeren te peilen wat zij vonden van deze doelstellingen. Daarom hield JongBodem begin 2021 samen met twee trainees van Rijkswaterstaat een enquête onder jongeren met een affectie voor het werkveld. In de enquête vroegen we jongeren uit de EU om hun mening over de laatste plannen van het Europese bodembeleid. Is het beleid ambitieus genoeg? En: (Hoe) moeten jongeren betrokken worden bij het vormen van bodembeleid? Met de uitkomsten dienden we een consultatie in aan de Europese
Commissie. We hopen hiermee bij te dragen aan de ontwikkeling van het bodembeleid.

Focus op bescherming

Het belang voor het beschermen van de bodem resoneerde het meest bij de reagerende jongeren. De bodem is een belangrijke bouwsteen van de samenleving. De bodem levert namelijk ecosysteemdiensten. Zo zorgt de draagkracht van de bodem tegen verzakkingen, de sponswerking beschermt tegen overstromingen, de veerkracht tegen ziekten en de vruchtbaarheid zorgt voor de
juiste voedingsstoffen zodat wij kunnen leven van landbouwproductie en kunnen schuilen onder koele vegetatie. Nog daargelaten dat de grootste (onontdekte) biodiversiteit zich onder onze voeten bevindt. Misschien kent u het voorbeeld dat één lepel aarde meer leven bevat dan dat er mensen op aarde zijn? Het is daarombelangrijk om met het bodembeleid de belangrijke ecosysteemdiensten van de bodem te beschermen.

De goede volgorde voor de focus binnen het bodembeleid is: beschermen – meten – verbeteren. De EU gaat met alle zes doelen van de Europese bodemstrategie aan de gang, dus zonder te prioriteren. Daarom vroegen we jongeren om ze in volgorde te zetten van belangrijkheid en de keuze te onderbouwen. Uit de antwoorden blijkt dat zij het tegengaan van bodemerosie het meest urgent vinden, met als stap twee het beschermen van de bodemvruchtbaarheid. Het definiëren van een goede meetbare ecologische toestand staat op plek drie. Vervolgens volgen het verbeteren van het
organisch gehalte (4), herstel van gedegradeerde bodems (5) en, wellicht opmerkelijk, het opruimen van vervuilde bodems (6).

Intensief gebruik

De grootste bedreiging voor de bodemkwaliteit is het intensieve landgebruik. En idiots zoals iemand mooi verwoordde. Want intenstief landgebruik put de bodem uit en vermindert daarmee de ecosysteemdiensten die de bodem kan leveren. Landbewerking is een versterkende factor voor bodemerosie, wat bijdraagt aan de afname van organische stof. Het gebruik van pesticiden en nutriënten draagt bij aan bodemverontreinigingen en eutrofiëring (overmaat aan nutriënten in een milieu) door uitspoeling. De gevolgen zijn desastreus. Bepaalde bodems, zoals veengronden, dreigen te verdwijnen. Zij zouden, net als beschermde diersoorten, op de rode lijst moeten staan. Verder moet er meer variatie komen naast de conventionele landbouw. Meer gaan werken met drones of met agrobosbouw bijvoorbeeld, waar bomen tussen gewassen geplant worden om de bodemkwaliteit
te beschermen.

Binnen de steden moet bodem kunnen ademen. Dit betekent minder asfalt, minder bebouwing en meer groen en open ruimte. Denk aan verticaal groen en aan groene daken. En minder auto’s zorgen voor minder benodigde parkeerruimte en infrastructuur. Kortom, geef de bodem ademruimte om zijn ecosysteemdiensten te leveren. ‘Ruimte voor de bodem’ zou na ‘Ruimte voor de rivier’ een mooie nieuwe leus zijn voor het Europese en Nederlandse bodembeleid. Of wat dachten jullie van een prijswedstrijd voor de Europese Bodem Stad van het jaar?

“Plaats bepaalde bodems net als beschermde diersoorten oprode lijst “

Bescherming, en dan?

En hoe moeten we de bodem dan beschermen? Meten is weten! Het streven is dat alle bodems een good ecological quality hebben. Of anders gezegd, alle bodems zijn gezond. Het is echter te kort door de bocht om een one size fits all beleidsmodel toe te passen zoals een dichtgetimmerde parameter binnen de Kaderrichtlijn Water. De verschillende eigenschappen van de bodem en de verschillende
klimaten binnen de Europese Unie maken het bepalen van de bodemkwaliteit lastig. Er is een enorm scala aan eigenschappen of zogenoemde parameters die te meten zijn voor het bepalen van de bodemkwaliteit. Jongeren vinden de bodemkwaliteit, de bodembiodiversiteit en bodemvruchtbaarheid de belangrijkste parameters zijn. Met een actief monitoringssysteem op deze
parameters kan vervolgens ingezet worden op het herstel van de bodemkwaliteit.

Voorbeelden voor het herstellen van de bodemkwaliteit zijn er genoeg. Denk bijvoorbeeld aan het verhogen van het waterpeil in veenweidegebieden. Dit gaat het oxideren tegen, waardoor minder bodem verdwijnt en de bodem gezond blijft. Samen kunnen we inzetten op het herstellen van de bodemkwaliteit door beter bodembeleid.

Het belang van jongeren

Bijna alle reagerende jongeren waren overtuigd van het belang om de bescherming van de bodem te regelen op Europees niveau. Het lijkt dat de slagkracht voor bescherming toch bij de EU ligt en
dat velen de ogen daarom die kant op richten. De EU beschikt over verschillende instrumenten om
de bodem te beschermen. Kansen liggen in het stimuleren van kennis en trainingen, maar zeker
ook door het stellen van harde normering en reguleringen. Eén ding is zeker, de komende tijd zullen er veel bestuurlijke afspraken en keuzes gemaakt moeten worden om uiting te geven aan de Europese bodemstrategie.

Jongeren gaven aan dat zij het belangrijkvinden om betrokken te zijn bij bodembeleid van de EU. Het werkveld bodem en ondergrond is in beweging. De focus verschuift steeds meer van saneren naar duurzaam omgaan met het bodem- en watersysteem. Hierbij komt de integrale aanpak van de maatschappelijke opgaven steeds meer centraal te staan. Het besef dat de bodem belangrijk is bij grote maatschappelijk opgaven zoals de energietransitie en klimaatadaptatie wordt steeds groter.
Binnen deze grote opgaven kan de bodem zelfs als leidend principe gezien worden. De bodem bepaalt welke oplossingen mogelijk zijn en waar. Jonge professionals spelen een belangrijke rol in de verschuiving van deze focus in het werkveld bodem en ondergrond. Zij zijn leergierig, bereid om over grenzen heen te kijken en hechten minder waarde aan de heersende conventies. De jonge bodemprofessional studeert steeds interdisciplinairder af en heeft de kennis om de werkvelden te verbinden en stappen te nemen. Daarnaast gaat bodembeleid uiteindelijk iedereen aan en jongeren nog wel het langst: Age shouldn’t matter!

Marissa Frambach

Dit artikel verscheen eerder in Tijdschrijft Milieu november 2021