Wereldbodemdag 2025
Prijsvraag JongBodem-gedicht
Stem op je favoriete JongBodem-gedicht via dit formulier. Het winnende gedicht wordt voorgedragen op Wereldbodemdag 2025 op 4 december in Utrecht!
Gedicht 1 Onder ons
Onder ons
Leven op, met en in de bodem
De mens leeft op de bodem
De bodem die ons leefbaar houdt
Ze houdt water en nutriënten vast
Vast maar laat ook los
Los voor wortels van planten
Planten waar wij van kunnen leven
Maar er leven teveel mensen op de bodem
De bodem wordt uitgeput
Uitgeput van water en nutriënten
Nutriënten die wij weer in overmaten aanbrengen
Aanbrengen aan een systeem wat juist van zichzelf in balans is
Een balans die wordt verstoort
De bodem is niet alleen waar wij op leven
Het leven in de bodem is rijk
Rijk aan wortels, wormen en wolletjes van schimmel
Schimmel stelsels zo wijd verspreid
Verspreid door de tijd
Tijd waardoor bodem veranderd
Met tijd moeten wij ons realiseren
Realiseren dat de bodem waardevol is
Vol van voedingsstoffen en leven
Leven wat wij niet kunnen zien
Inzien dat het een kwetsbaar en mooi systeem is
Dat is belangrijk, zeker op een dag zoals vandaag
Gedicht 2 Gouden Grondstof
Hoe zit het nu ook alweer,
met de bodem van weleer.
‘t Aardse schilletje wordt maar voller,
als een razende wind steeds doller.
We stoten uit en dekken toe,
altijd maar meer, geen zin in gedoe.
Aardse cycli worden afgebroken,
maar altijd blijft hoop uitgesproken.
Niet voor niets is de aarde rond,
schiet na de winter het groen uit de grond.
De bodem heeft voor hetere vuren gestaan,
en zal zich hier ook doorheen slaan.
Onze bodem als stille grondstof,
verdient nu echt zelf alle lof.
Van onschatbare waarde en zo vertrouwd,
meer waard dan haar gewicht in goud.
Gedicht 3 Bodemsporen
Ik ga blootsvoets,
weer als kind.
De grond vertaalt
sporen op sporen
van hier en weer
verdwenen zijn.
Stapvoets herhaalt,
mijn, jouw footprint.
Daaronder luid
gekrioel te horen
waar een later ontaard
of voetstoots verdwijnt.
Gedicht 4 Bodem
Diep onder onze stappen
ademt een geheugen van schaduw.
Podzolen dragen bleke littekens,
veen bewaart verzonken stemmen,
klei knielt traag,
zand verwaait tot vergeelde gebeden.
Daar weeft het onzichtbare
een web van begin en vergaan,
waar wortels offeren
en mineralen orakelen.
De bodem spreekt geen woorden,
maar wie luistert, hoort:
alles wat op me valt, keert terug
en krijgt een nieuwe naam.