De stad ondersteboven

Je kunt het niet zien als je door de stad loopt, maar er speelt zich van alles af in de wereld onder je voeten. Als je door deze wereld kon wandelen, zou je een weg moeten banen door een wirwar van boomwortels, kabels, leidingen, funderingen, parkeergarages, afvalcontainers en grondwaterstromen. Je zou moeten oppassen dat je niet stapt op souvenirs uit het verleden, zoals eeuwenoude potten, ontplofbare oorlogsresten of historische verontreinigingen. Bovendien zou je je verwonderen over de diversiteit aan organismen die onder de grond leven en de complexe schimmelnetwerken die informatie en voeding transporteren naar plantenwortels.

Boven het maaiveld merk je het niet echt, maar ruimte in de stadsbodem wordt steeds schaarser. Een belangrijke reden hiervoor is de grote rol die bodem speelt in verschillende grote maatschappelijke opgaven, zoals verstedelijking, de energie- en mobiliteitstransities en klimaatadaptatie. Daarnaast willen we ook graag visueel onaantrekkelijke objectieven uit het zicht houden en in de grond stoppen, zoals kabels en leidingen en afvalcontainers. Al die ruimtelijke belangen in de ondergrond kunnen met elkaar botsen. Zo willen we bijvoorbeeld meer bomen planten om hittestress te voorkomen, maar kunnen de wortels dan in de knel komen met kabels en leidingen.

Deze schaarste vergt een sterkere regie. Regels als ‘het recht van de sterkste’ en ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’ bepalen nog te vaak het gebruik van de stadsbodem. De gangbare ordening van bodem is ad hoc van stijl, terwijl bodem juist zo bepalend is voor de toekomst van de stad. Bovendien zijn ingrepen in de bodem en ondergrond niet zomaar omkeerbaar: een ondergrondse parkeergarage haal je niet gemakkelijk weer weg, en een omgehakte volwassen boom groeit niet in één jaar terug. Daarom moeten er goed geïnformeerde en weloverwogen keuzes gemaakt worden voor huidig en toekomstig ondergronds ruimtegebruik. De kamerbrief ‘Water en bodem sturend’, de Omgevingswet, integrale omgevingsvisies en nieuwe ondergrondregiefuncties bieden hoop voor een integrale en duurzame omgang met de bodem.

Echter geldt er een belangrijke voorwaarde voor regie: inzicht. In mijn werk houd ik mij daarom bezig met het in beeld brengen van die ‘black box’ onder Enschede. Momenteel hebben we bij de gemeente Enschede een model dat in 3D bodemdata samenbrengt en visualiseert, zoals de geologische en bodemkundige opbouw van de ondergrond, kabels en leidingen en boomwortels. Je ziet eerst de stad van bovenaf met bijvoorbeeld de bomen en gebouwen in 3D, maar met een simpele handeling met de muis haal je de stad ondersteboven en zie je de drukke ondergrondse wereld in 3D.

Het model bevat nog veel hiaten. Graag zouden we bijvoorbeeld de funderingen nog willen zien van gebouwen en wegen, en scherpere en actuelere data willen van het groen in de stad en van de ondergrondse infrastructuur. Daarom zetten we ons in om losse maar relevante datastromen samen te brengen. Er worden namelijk veel gegevens verzameld binnen de gemeente voor specifieke projecten, maar deze worden onvolledig benut omdat deze niet op een centraal punt of op een geharmoniseerde manier worden vastgelegd. Bovendien zullen er nieuwe gegevens gewonnen moeten worden om de ondergrond en de koppeling met de bovengrond nog beter in beeld te krijgen. Tenslotte zullen we tools gaan toevoegen die kansen en knelpunten kunnen aantonen, geschikte locaties voor bepaalde functies kunnen weergeven en effecten van ruimtelijke ingrepen kunnen analyseren. Uiteindelijk willen we dit 3D-model ontwikkelen tot een volwaardige digitale tweeling van Enschede.

De digitale tweeling is een onmisbare tool voor regie op de ondergrond. Het brengt de drukte en de verschillende belangen duidelijker in beeld, het laat zien dat niet alle ambities die we hebben waargemaakt kunnen worden, maar ook waar wél nog kansen zijn. Beleidsmakers zouden er ook ruimtes in kunnen gaan reserveren voor belangrijke toekomstige ontwikkelingen. Zodra het model vollediger wordt, kunnen er beter overwogen keuzes gemaakt worden, onomkeerbare ingrepen voorkomen worden, en vele kosten bespaard worden. Bovenal helpt het om de discussie op gang te brengen over de drukte in de ondergrond. Zolang de bodem uit beeld is, zullen we er ons onvoldoende druk om maken: uit het oog, uit het hart. Maar voor een toekomstbestendige stad kunnen we het ons niet meer veroorloven om de basis van ons bestaan te negeren

Lotte Oldejans

Nationaal Water en Bodem Traineeship, Gemeente Enschede

Lotte Oldejans heeft BA Midden-Oostenstudies en BSc Human Geography & Planning gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na de afronding van haar studies in 2023 is ze begonnen als trainee via het Nationaal Water en Bodem Traineeship bij de gemeente Enschede. Haar missie is om de ondergrond meer op de voorgrond te laten treden bij ruimtelijke ontwikkelingen om de duurzaamheid en leefbaarheid van de stad te verbeteren. Tegelijkertijd wil ze via het traineeship brede kennis en ervaring opdoen op het gebied van water en bodem.

Deze column verscheen eerder in Vakblad Bodem februari 2024

Vorige
Vorige

Uitbreiding van het bodeminstrumentarium: de Risicotoolbox Grondwater

Volgende
Volgende

Kwelders als natuurlijke kustbescherming