Omgaan met (nieuwe) verontreinigingen: samen kom je verder

De gemeente Zwolle heeft in 2024 een pilot gedraaid op het gebied van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) en niet-genormeerde stoffen (NGS) in haar grondwater. Dit pilotproject deed ik samen met mijn collega Reinder Slager en met ondersteuning van Bioclear Earth. Deze pilot was tweeledig. Het ene deel bestond uit het bemonsteren van peilbuizen om systeemkennis op te doen. Hiervoor deden we een non-target screening (NTS) op peilbuizen in het buitengebied (zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts van de stad) en in het centrumgebied van Zwolle. Een NTS bleek erg nuttig omdat we nu een beter beeld hebben welke stoffen er eigenlijk ‘rondzweven’ in ons grondwater. Deze techniek geeft namelijk een uitgebreid overzicht van alle (on)bekende stoffen die in het grondwater zitten. Uit dit eerste onderzoek lijkt ons buitengebied schoner dan we hadden verwacht.

Voor het andere deel van de pilot gingen we in gesprek met onze waterketenpartners (dit zijn de Provincie Overijssel, Waterschap Drents Overijsselse Delta en Vitens) om ervaring op te doen op het gebied van ZZS en/of NGS. Elke partij houdt zich in meer of mindere mate bezig met grondwaterkwaliteit. Maar hoe wordt er omgegaan of moet er worden omgegaan met opkomende stoffen waar nog geen normen voor zijn? En waar hebben we elkaar nodig? Tijdens vier werksessies keken we onder andere naar de verschillende werkwijzen per organisatie, bijvoorbeeld de monitoringsfrequentie en de beoordeling en interpretatie van deze gegevens.

Meetgegevens worden niet altijd in detail beoordeeld (vanwege bijvoorbeeld capaciteitsgebrek) en ook niet standaard met de partners gedeeld. Hierdoor mis je de kans om trends te signaleren en op tijd in te kunnen grijpen om risico’s te mitigeren. Hier ligt dus een verbeterpunt waar we gezamenlijk aan kunnen werken in het vervolg van deze pilot.

Wat opviel tijdens de sessies is dat - hoewel de insteek was om ZZS en NGS casussen te bespreken - we toch vaak casussen bespraken met al bekende en genormeerde stoffen. Dit kwam onder andere doordat er op het gebied van ZZS en NGS in het grondwater slechts enkele concrete casussen bekend zijn in de regio Zwolle. Het bleek wel nuttig om over de ‘bekende’ stoffen door te praten, omdat er houvast is aan normen en regelgeving.

Dit pilotproject vond ik ontzettend leerzaam. Het sloot goed aan bij mijn masterstudie. De duurzame samenwerking tussen partijen wordt bevorderd door een vertrouwensband te kweken, maar ook door heldere rollen, taken en verantwoordelijkheden. Deze eerste stappen in de goede richting hebben we nu gezet. De aankomende tijd gaan we hier mee verder!

Lieneke Stam

Gemeente Zwolle

Lieneke Stam behaalde een bachelor in Sociale Geografie en Planologie en een master in Social Networks in a Sustainable Society aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarna begon ze eerst bij gemeente Enschede als trainee bodem en ondergrond. Sinds april 2023 werkt ze bij gemeente Zwolle in het team Bodem en Ondergrond aan projecten rondom bodemenergie en grondwaterkwaliteit.

Dit artikel verscheen eerder in Vakblad Bodem december 2024

Volgende
Volgende

Slimme apparaten vragen om slimme gebruikers