Verhogen van het organische stofgehalte als middel om bodemkwaliteit te verbeteren

Werken aan een goede bodemkwaliteit staat tegenwoordig hoog in het vaandel bij veel boeren. Vooral met een steeds extremer wordend klimaat kan de bodemkwaliteit doorslaggevend zijn in opbrengst en productkwaliteit, en daarmee in het teeltsaldo. In de kringlooplandbouwvisie van het ministerie van LNV wordt geschreven dat bodemkwaliteit de basis vormt van kringlooplandbouw. Organische stof krijgt hierbij speciale aandacht waarbij de voordelen van een hoog organische stofgehalte benoemd worden.

Een veelgehoorde uitspraak is dan ook dat het verhogen van het organische stofgehalte resulteert in een verhoogd watervasthoudend vermogen. In principe is hier niks tegenin te brengen. Al kan je je afvragen hoeveel het vasthouden van 2 of 3 mm extra water daadwerkelijk bijdraagt als een gewas tot wel 6 mm per dag kan verdampen en het neerslagtekort in de zomer vaak oploopt tot ruim 200 mm. Daarnaast valt het in de praktijk niet mee om het organische stofgehalte te verhogen. Voor een stijging van 0,1% organische stof in een bouwvoor van 30 cm is ongeveer 3.750 kg effectieve organische stof nodig. Dit is nog exclusief de aanvoer om de jaarlijkse afbraak te compenseren. De afbraak kan, afhankelijk van je grondsoort en organische stofgehalte, al snel oplopen tot 2.500 kg. Zelfs in een extensief bouwplan met veel granen, groenbemesters en het verhakselen van het stro is het met gewasresten niet te doen om te compenseren voor de natuurlijke afbraak. Externe input, zoals organische mest en compost, is dus nodig om het organische stofgehalte op peil te houden of zelfs ligt te verhogen.

Ik vind dat we ons niet blind moeten staren op de organische stof, als we ons richten op bodemkwaliteit. Het lijkt erop dat het verhogen van het organische stofgehalte een doel op zich is geworden, terwijl het doel eigenlijk moet zijn om de bodemkwaliteit in het geheel te verbeteren. Ook met een neutrale of licht negatieve organische stof balans kan je de bodemkwaliteit verbeteren. Misschien wel de belangrijkste maatregel voor het verbeteren van de bodemkwaliteit is het werken met machines die afgestemd zijn op de draagkracht van de bodem en het werken onder droge omstandigheden. Het voorkomen van een verdichte laag en daarmee het vergroten van de bewortelbare zone heeft immers veel meer effect op de waterhuishouding dan welke stijging van het organische stofgehalte dan ook. Zonder verdichte laag kan een overdaad aan regen veel beter weg en als je planten 5 cm dieper kunnen wortelen is er veel meer vocht beschikbaar voor verdamping. Daarnaast zitten de wortels dichter bij het grondwater waardoor de capillaire opstijging ook meer bijdraagt aan de vochtvoorziening van het gewas. Kijk maar eens op de slechtste en beste plek in een perceel uien. Zeer waarschijnlijk kom je een verdichte laag tegen op de slechtste plek.

Ik wil overigens niet beargumenteren dat het verhogen van organische stof niet nodig is, sterker nog, het is hartstikke nuttig en goed dat het zoveel aandacht krijgt. Wat beter zou zijn is als we meer naar het totale management van de bodem gaan kijken. Het verhogen van het organisch stofgehalte in de bodem is dan een middel om de bodemkwaliteit als geheel te verbeteren. En met een verbeterde bodemkwaliteit kunnen we vervolgens de weersextremen beter aan en blijft daardoor het verdienvermogen van boeren beter op peil.

David de Wit

David de Wit deed de HBO opleiding tuin- en akkerbouw aan de HAS in Den Bosch en de master plantenwetenschappen aan de WUR. Vervolgens is hij in het praktijkonderzoek aan de slag gegaan bij WUR Open Teelten waar hij zich richt op bemesting en bodemkwaliteit. Naast zijn werk als onderzoer heeft David ook nog een akkerbouwbedrijf samen met zijn ouders.

Dit artikel verscheen eerder in Vakblad Bodem september 2023

Vorige
Vorige

Blue Carbon: Koolstofopslag in marine ecosystemen als kans voor klimaatmitgate

Volgende
Volgende

Energietransitie: een groeiende uitdaging in een overvolle bodem